ja_mageia

Bron: industriële revolutie

Onder industriële revolutie wordt de omschakeling van handmatig naar machinaal vervaardigde goederen verstaan.
De industriële revolutie begon eind 18e eeuw in Engeland en vervolgde begin 19e eeuw in de rest van Europa. De toepassing van de stoommachine gaf een enorme impuls aan de ontwikkeling van vervaardiging van producten. Ambachtelijke en kleinschalige werkplaatsen groeiden uit tot grote fabrieken en vormden samen een grootschalige industrie. Door die groei daalde de prijs van de producten enorm waardoor steeds meer mensen zich deze konden veroorloven. Hiermee brak een belangrijke periode voor Europa en later de rest van de wereld aan. Het was een trendbreuk in vergelijking met vroegere tijden en dus daarmee een 'revolutie'. Het betrof relatief snelle ontwikkeling van nieuwe technieken en hun toepassing in de industrie.

Door het wegvallen van de mogelijkheid om met huisnijverheid tegen de massafabricage te concurreren moesten mannen, vrouwen en kinderen in de fabrieken gaan werken om in hun levensonderhoud te voorzien. Later werden kinderen en vrouwen vrijgesteld van die arbeid. Mannen moesten vanaf eind van de negentiende eeuw, vaak ver van huis en haard en door middel van het maken van extreem lange werkdagen, de kost verdienen voor vrouw en kinderen. Hoe meer ze om hun gezin gaven hoe minder ze aanwezig waren. Deze ingewikkelde positie leidde tot veel ongenoegen.


Spinning jenny, het eerste machinaal aangedreven spinnewiel, uitgevonden door James Hargreaves


De Industriële revolutie zorgde dus op den duur voor een verhoging van het inkomen van gezinnen zodat kinderen en vrouwen niet meer in de fabrieken hoefden te werken. Er kan worden gesteld dat de Industriële revolutie de voorwaarden heeft geschapen voor een maatschappij zonder (of met weinig) armoede. Toch was er overheidsingrijpen nodig om zwakkeren of simpelweg 'minder gelukkigen', denk aan werklozen en alleenstaande moeders, van een inkomen te verzekeren als ze niet mee konden in de industriële samenleving.

Huidige toestand
Sinds het eind van de 20e eeuw is een snelle industrialisering van Azië en Zuid-Amerika gaande. In Azië hebben met name de 'Aziatische Tijgers', zoals Singapore, Zuid-Korea, Taiwan en Hongkong in de afgelopen 30 jaar een grote vooruitgang geboekt. Maar ook bijvoorbeeld Thailand, Maleisië, India en met name China zijn hard bezig om de economie te industrialiseren.

World Trade Centre in Taipei, Taiwan

In Latijns-Amerika gaat het vooral om Mexico, Brazilië, Argentinië, Chili, Uruguay en Venezuela. Het is echter nog maar de vraag of al deze landen ook in staat zullen zijn om de industriële revolutie door te zetten: (staats)schulden en externe factoren zoals de invloed van onder andere multinationals en internationale vrijhandelsverdragen kunnen dit proces sterk beïnvloeden.

In Afrika en het Midden-Oosten laat een industriële revolutie op enkele uitzonderingen na (bijvoorbeeld Koeweit, en Zuid-Afrika) grotendeels nog op zich wachten.

Naar: Wikipedia