Er zijn verschillende VN-organisaties die zich met de kledingindustrie bezighouden, elk vanuit hun eigen deskundigheid.
Zo strijdt de ILO, de Internationale Arbeidersorganisatie, voor betere arbeidsvoorwaarden in de naaiateliers. De arbeidsomstandigheden van een groot deel van de wereldbevolking zijn slecht, in veel gevallen zijn ze levensbedreigend. ILO-verdragen bevatten regels over arbeidsduur, kinderarbeid, gelijke betaling voor gelijk werk, verbod op dwangarbeid e.d.
Sinds de jaren negentig werken de VN aan een verklaring over multinationale ondernemingen en mensenrechten: de VN-Normen voor Mensenrechten ten behoeve van Ondernemingen. Daarin staat onder meer:
- Non-discriminatie: Er mag niet worden gediscrimineerd op huidskleur, sekse, religie, herkomst en andere kenmerken die niet met de baan in verband staan. Bedrijven moeten gelijke kansen bevorderen. Ze moeten verbaal en fysiek geweld bestrijden.
- Bescherming van burgers in oorlogstijd: Bedrijven mogen niet profiteren van oorlogsmisdrijven, plundering, dwangarbeid e.d. Bedrijven moeten afzien van werkzaamheid als die tot mensenrechtenschendingen leidt. Ze mogen geen zaken doen met notoire mensenrechtenschenders. Ze mogen geen wapens verkopen die voor schendingen van mensenrechten worden misbruikt.
- Gebruik van veiligheidsdiensten: Bedrijven moeten zich ervan verzekeren dat bewakers geen mensenrechtenschenders zijn. Ze moeten veiligheidspersoneel goede training in mensenrechten geven.
- Rechten van werkers: dwangarbeid, slavernij en uitbuiting van kinderen zijn verboden. Werknemers moeten in veilige, gezonde omstandigheden werken. Ze hebben een recht op collectieve onderhandeling. Gevangenisarbeid mag alleen worden benut als ze in overeenstemming is met internationaal recht. Kinderen onder de vijftien mogen alleen voor licht werk worden ingezet. Werkers hebben recht op eerlijke en rechtvaardige beloning.
- Corruptie en consumentenbescherming: Bedrijven moeten internationale normen tegen corruptie naleven. Eerlijke bedrijfsvoering moet consumenten beschermen. Bedrijven mogen geen schadelijke producten afzetten.
- Economische, sociale en culturele rechten: Bedrijven moeten deze rechten waarborgen zoals ze in internationale verdragen zijn vastgelegd -- zoals voor privacy, voedsel, water, gezondheidszorg en huisvesting. Het recht op ontwikkeling houdt in dat iedereen aan volle ontplooiing van mensenrechten moet kunnen bijdragen.
- Milieu: bedrijven moeten bijdragen aan duurzame ontwikkeling.
- Inheemse volken: bedrijven moeten de keuzes en wensen van inheemse volken respecteren. Plaatselijke bewoners mogen niet zomaar worden verjaagd, ze hebben recht op bijstand en bescherming.
In de kledingindustrie komt veel kinderarbeid voor. Unicef, het Kinderfonds van de VN, zet zich samen met anderen in het uitbannen van kinderarbeid.
|