Er zijn in de wereld heel veel naaiateliers waar vrouwen en kinderen werken voor een laag loon en zonder fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden. Deze naaiateliers worden wel sweatshops genoemd. Waar komt die term vandaan?
Sweatshop in China
Zweethokken De naam 'zweethokken', 'sweatshops' in het Engels, komt oorspronkelijk uit New York. Honderd jaar geleden, in 1909 om precies te zijn, moeten arme immigranten (vooral vrouwen) in stoffige en onveilige ateliers lange uren maken voor een hongerloontje. Omdat het in die kleine ruimtes door de machines zo heet is en airconditioning overal ontbreekt, ga je flink zweten van die zware arbeid. De ateliers worden daarom sweatshops genoemd. Als de vrouwen protesteren tegen de arbeidsomstandigheden of tegen het lage loon, worden ze ontslagen.
De sweatshopeigenaren vinden dat de vrouwen niet moeten zeuren. Ze hebben immers een baan? Zonder het werk in de sweatshops zouden ze helemaal geen inkomen hebben. Ondanks hun armoede en het gevaar van ontslag, gaan de naaisters toch staken. Ze krijgen de bevolking van New York achter zich. De sweatshopeigenaren snappen daar niets van: ‘We begrijpen niet waarom er zoveel mensen zo’n zinloze staking ondersteunen. Onze werknemers zijn heel tevreden. Ze klagen nooit!’.” (Interview in de New York Times, November 25, 1909)
Maar onder druk van de vakbonden die worden opgericht, moeten de kledingproducenten uiteindelijk toegeven. De arbeidsomstandigheden in de naaiateliers verbeteren. Of toch niet?
We zijn nu 100 jaar verder. De arbeidsomstandigheden in New York zijn flink verbeterd. Maar elders op de wereld lijkt het wel of we nog steeds honderd jaar geleden leven. Ook nu werken vrouwen onder erbarmelijke omstandigheden in sweatshops. Voor de meisjes op de afbeelding hiernaast gelden de volgende arbeidsvoorwaarden
- Je maakt dagen van minimaal 10 uur.
- Je werkt ook op zaterdag.
- En als het moet ook op zondag.
- Je hebt nauwelijks pauze.
- Niet praten, tenzij de baas iets tegen je zegt.
- Als je vaker dan twee keer per dag naar de WC gaat, krijg je minder uitbetaald.
- Als je heel hard werkt, verdien je 16 dollar per maand.
- Als je ziek bent, krijg je geen loon.
- De baas is oppermachtig en je moet je alles laten welgevallen.
- Je krijgt geen bescherming tegen stofdeeltjes.
- Je moet zelf maar oppassen dat je je vingers niet in de naaimachine stopt.
- Raak je toch gewond? Jammer dan! Voor jou tien anderen.
- Je mag er al vanaf je achtste werken.
- Je mag je niet organiseren in een vakbond of een andere arbeidersvereniging. Als je het toch doet, kun je onmiddellijk vertrekken.
Sommige organisaties pleiten voor zogenaamde wereldvakbonden, vakbonden die over de hele wereld actief zijn. Alle arbeiders ter wereld zouden onder de bescherming van zo’n vakbond moeten vallen. Maar of dat helpt?
Op de poster van de organisatie No Sweat een strijdvaardige vrouw. En: 100% union-made apparel. Wat zoveel betekent als: Kleding die voor 100% in ateliers is gemaakt die aangesloten zijn bij een vakbond.
En een Amerikaanse universiteit organiseerde onlangs een protest ‘Sweatshop modeshow’. De studenten waren de modellen en werden als volgt aangekondigd: ‘Kristen draagt een jasje dat in een Indonesische sweatshop is gemaakt. De vrouwen verdienden daar 25 eurocent per uur. Bij lange na niet voldoende om van te leven”.
|