Wat doen de VN? |
De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) is opgericht in 1919 en vanaf 1946 verbonden aan de VN. De ILO heeft als doel het bevorderen van sociale rechtvaardigheid. Bij de besluitvorming zijn regeringen, werkgevers en werknemers vertegenwoordigd. In de loop der jaren zijn binnen de ILO meer dan 180 arbeidsverdragen tot stand gekomen. Die hebben o.m. betrekking op arbeidsomstandigheden, kinderarbeid, slavernij, het stakingsrecht en de vrijheid van vereniging en vergadering. Voor de controle op naleving kent de ILO een verplichte rapportage door de verdragstaten. Klachten tegen lidstaten kunnen worden ingediend door de partijen, maar ook door de Raad van Beheer, het dagelijks bestuur van de ILO. Deze raad kan ook onderzoek laten doen. De belangrijkste sanctie is openbaarmaking van de einduitspraak. Regeringen vinden het niet leuk in het openbaar aan de schandpaal genageld te worden. Het klachtrecht speelde bijv. een rol in 1976, toen dreigende openbaarmaking van een klacht over dwangarbeid tegen Indonesië bespoedigde dat daar tienduizenden langdurig gedetineerde politieke gevangenen werden vrijgelaten. In 1990 werd de officiële Chinese vakbondsfederatie uit de ILO gezet. Belangrijke organen van de ILO zijn o.m. het Comité voor de Vrijheid van Vergadering en het Comité voor de Toepassing van Overeenkomsten en Aanbevelingen. De ILO heeft ook richtlijnen opgesteld voor het maatschappelijk verantwoord ondernemen van bedrijven. Dat ILO-verdragen een lange weg gaan blijkt bijvoorbeeld uit het verbod op kinderarbeid. Al in 1919 nam de ILO een verdrag aan over de minimumleeftijd voor industriearbeiders. Pas in 1999 kwam er een verdrag over de 'ergste vormen' van kinderarbeid. |