ja_mageia

Bron: 3) kopstukken in actie

Susanna Groeneweg /. . . . . .
Susanna Groeneweg wordt in juli 1918 als eerste en enige (tot 1921) vrouw in de Tweede Kamer gekozen. De intrede van een vrouw op het Binnenhof baart nogal opzien en in het gebouw zijn er  veranderingen nodig. Zij krijgt een eigen kleedkamer en de gang die erheen leidt, wordt 'het Groenewegje' gedoopt. In haar eerste speech als Kamerlid gaat zij kort in op haar bijzondere positie. Zij voelt 'als draagster van deze geschiedkundige gebeurtenis' de zware verantwoordelijkheid persoonlijk het bewijs te moeten leveren dat vrouwen niet ongeschikt zijn voor de politiek. Groeneweg is terzakekundig over allerlei onderwerpen maar haar speciale belangstelling ligt bij het onderwijs, de drankbestrijding, moederschapszorg en de rechten van vrouwen.

Tegenwoordig is het heel gewoon dat vrouwen actief deelnemen aan de politiek. Ze kunnen allerlei functies bekleden: als kamerlid, fractievoorzitter, minister en premier. Eén Nederlandse politieke partij vormt een uitzondering. Vrouwelijke leden van deze partij mogen op grondslag van de Bijbel geen bestuursfunctie bekleden. Uiteraard is hun fractievoorzitter een man.

Nelson Rolihlahla Mandela /. . . . . .
In 1942 wordt Nelson Mandela lid van het ANC (the African National Congress), een politieke groep die blanken en zwarten wil verenigen en die vecht voor democratische verkiezingen in Zuid Afrika. Daar heerst al jaren een apartheidsregime onder leiding van een blanke regering. De president legt Mandela -en andere tegenstanders van het apartheidsregime- een spreekverbod op. Mandela laat zich de mond niet snoeren. Hij blijft zich inzetten voor de rechten van de zwarte bevolking. Als gevolg wordt hij in 1963 tot levenslange opsluiting veroordeeld op Robbeneiland, een eiland vlak voor de kust van Kaapstad.  Internationaal komt er steeds meer aandacht voor de strijd tegen de apartheid. In 1990 komt Mandela vrij, na 27 jaar gevangenschap.
In 1994, tijdens de eerste democratisch verkiezingen in Zuid-Afrika, wordt hij met een ruime meerderheid verkozen tot eerste zwarte president van Zuid-Afrika. Hij volgt de blanke president De Klerk op. Anders dan zijn voorganger, werkte De Klerk mee aan de afschaffing van de apartheid.

Barack Hussein Obama /. . . . . .
Onder luid gejuich van zeker vijftigduizend Obama-aanhangers in Grant Park in Chicago wordt in november 2008 bekendgemaakt dat de Democratische senator Barack Obama de eerste zwarte president van de Verenigde Staten wordt. Hij is met een ruime meerderheid van stemmen gekozen. Zijn Republikeinse rivaal John McCain erkende zijn nederlaag in een toespraak."Het Amerikaanse volk heeft gesproken, en het heeft duidelijk gesproken".  

Niet alle volkeren hebben stemrecht. Er zijn bijvoorbeeld landen die bestuurd worden door één partij. Het bestuur van die partij kiest dan de persoon die de leiding over het land krijgt. De leider hoeft dus niet de instemming van het volk te hebben.

John Fitzgerald Kennedy /. . . . . .
Kennedy is van 1961 t/m 1963 president van de Verenigde staten. In die tijd zijn de Verenigde Staten en de Sovjet Unie* de twee grootste landen ter wereld. Maar ze hebben allebei een verschillend politiek economisch systeem. In de Verenigde Staten is het politiek-economisch systeem gebaseerd op het privébezit van productiemiddelen. Productiemiddelen zijn bijvoorbeeld grond, grondstoffen, gebouwen, machines en dergelijke. Arbeid van mensen wordt ‘ingekocht’. Daarbij verdienen de werkgevers (lees: bezitters van de productiemiddelen) meer dan de werknemers. Voor de bedrijven is winst maken de belangrijkste drijfveer.
In de Sovjet Unie is het politiek-economisch systeem gebaseerd op het gemeenschappelijk eigendom van productiemiddelen. Iedereen werkte in het productieproces mee. De opbrengsten komen iedereen ten goede. De mensen hebben geen eigen bezit, dus er is geen verschil tussen rijk en arm.
Beide landen hebben weinig waardering voor elkaars politiek-economische systeem. Bovendien gunnen ze elkaar de macht in de wereld niet. Ze staan dus op gespannen voet: er heerst een Koude Oorlog. Een gevaarlijk moment in die oorlog is de zogenaamde Cuba-crisis in 1962. Het conflict gaat over het plaatsen van kernraketten door de Sovjet unie op het eiland Cuba. Cuba ligt vlak bij de Verenigde Staten. Dus dat ziet de VS helemaal niet zitten! De beide presidenten weten na stevig onderhandelen een atoomoorlog te voorkomen.
(De Sovjet-Unie bestaat sinds 1991 niet meer en is compleet uitééngevallen)

Pieter Jelle Troelstra / . . . . . .
Rond 1900 is het niet best werken bij het spoor. De lonen zijn laag, de arbeidstijden lang, vrije tijd schaars (slechts één vrije zondag in de twee maanden) en de boetes veelvuldig. Komt een trein te laat dan volgt onherroepelijk een boete voor de machinist, terwijl ook materiële schade aan het personeel wordt doorberekend. Kom daar nu eens om! In 1903 staken de havenarbeiders om het recht om lid te worden van een vakbond. Het al kwade spoorwegpersoneel verklaart zich solidair en legt het werk neer. "Heel het raderwerk staat stil als uw machtige arm dat wil" rijmt politicus Pieter Jelle Troelstra. En inderdaad,  deze ‘moeder der stakingen’ legt het openbaar vervoer volledig  plat. De regering legt zich er niet bij neer. De minister-president lanceert in de Tweede Kamer wetsvoorstellen waarin staken voor ambtenaren en spoorwegpersoneel strafbaar wordt gesteld. De voorstellen worden aangenomen. De wetten gaan als de zogenaamde 'worgwetten' de geschiedenis in.