ja_mageia

Bron: biologische katoen (milieuaspecten)

De productie van katoen is een van de meest vervuilende milieuactiviteiten die je kunt bedenken. Kateon vraagt heel veel water en grote hoeveelheden insecticiden en pesticiden.

Katoenakkers hebben heel veel water nodig, veel meer dan er op natuurlijke wijze via regen valt. Voor kunstmatige bevloeiing (irrigatie) wordt veel water onttrokken aan aan bronnen, rivieren en meren. Als de katoenproductie in een omgeving gebeurt die daar eigenlijk niet geschikt voor is, kan de milieuschade groot zijn. Een berucht voorbeeld is wat er met het Aralmeer in Rusland gebeurd is. Rondom het Aralmeer werd veel katoen verbouwd. Irrigatiewater werd uit het meer gehaald. In 40 jaar tijd is het meer vrijwel opgedroogd. Er groeit bijna niets meer en de vissers zijn brodeloos geworden. Ook de bronnen die het Aralmeer voeden, zijn vrijwel opgedroogd. Voor mens én dier is er geen goed drinkwater meer.

Op de foto links van NASA zie je hoeveel het Aralmeer in 30 jaar gekrompen is

Bestrijdingsmiddelen
Katoen moet net als andere gewassen beschermd worden tegen insecten die de boel kaal vreten. In de natuur is er een evenwicht tussen de insecten en vogels die de insecten wegeten. Maar een kunstmatig aangelegde akker is het paradijs op aarde voor insecten. Daar kunnen de vogels niet tegen op. Daarom is er gif nodig dat de meeste insecten doodt. Jaarlijks wordt er wereldwijd zo'n 200.000 ton insecticiden en pesticiden over de katoenvelden uitgestrooid. Die gifstoffen komen via de grond ook in het grondwater terecht en zo in het drinkwater van mensen en dieren.



Je T-shirt is gemaakt van ongeveer 250 gram katoen en de rest...

Mali
Sterfte onder Afrikaanse katoenboeren en hun families neemt af zodra ze met Max Havelaar in zee gaan. Dat schrijft het blad P+ dat met Max Havelaar meereisde op een fact finding missie naar Mali. In Mali, het grootste katoenland van Afrika, gaan steeds meer katoentelers over op de teelt van Fairtrade en biologische teelt.

"Er gingen vroeger veel dorpsgenoten dood, maar ook vee", vertelt N'Koro Bagayogo, hoofd van een coöperatie van katoentelers aan P+. "Vrouwen konden het veld niet eens op vanwege de pesticiden. Maar dan moesten ze de kleren van hun mannen wassen en stierven ze alsnog. Het waswater dat wegliep, werd door de kippen en de koeien en geiten gedronken. We moesten steeds meer dorpsgenoten begraven en raakten in de schulden. Wanneer de prijzen voor de katoen laag waren of de oogst tegenviel, konden we de kosten van de kunstmest en het gif niet aflossen."

De directeur van de coöperatie in het groene zuiden van Mali ging in 2004 over op de teelt van biologische / fair trade katoen. Sindsdien groeit de productie gestaag. "In 2006-2007 verbouwden we op 74 hectare nog maar 26.000 kilo. Dit jaar hopen we 110 hectare te verbouwen met een oogst van ongeveer 50.000 kilo. Het is een goed jaar. De regens begonnen erg laat, maar het regende wel heel veel. Dan zijn de katoenbollen veel groter."