Op 10 december 1948 tekenen de lidstaten van de VN de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Alle mensen zijn van gelijke waarde, alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Uit deze verklaring vloeit in 1965 het Verdrag tegen rassendiscriminatie voort. Dit verdrag bepaalt dat lidstaten elke twee jaar over discriminatie in hun land rapporteren en voorziet in een comité tot uitbanning van rassendiscriminatie. In de periode 1986-1991 is de Nederlandse hoogleraar Theo van Boven lid van dit comité. Het verdrag bevat een procedure voor klachten door staten en in sommige gevallen voor individuele klachten.
|