ja_mageia

Bron: voor een prikkie . .

In de kledingindustrie worden miljoenen meters stof tot kleding verwerkt. En of het nu een galajurk voor een bekende actrice betreft, of een gewoon jasje of broek voor de massa, alle kleding wordt in naaiateliers in elkaar gezet. Dit naaiwerk is het meeste arbeidsintensieve deel in de productieketen van stof tot kleding. Arbeid kost geld. Maar lang niet overal even veel.  

Miljoenen meters stof worden in naaiateliers tot kleding verwerkt. Dit naaiwerk is het meeste arbeidsintensieve deel in de productieketen van stof tot kleding. En hoe beter de naaister betaald wordt, hoe duurder het kledingstuk. De actrice die een galajurk draagt en daar honderden of zelfs duizenden euro's voor neertelt, kan er gerust op zijn dat de naaister van haar jurk goed betaald is geweest. De naaister van de galajurk bijvoorbeeld verdient vast een goed salaris. Zo’n jurk is zo duur, dat de arbeidskosten makkelijk worden terugverdiend.

Maar als je een t-shirt voor minder dan een tientje in de uitverkoop aanschaft, kun je er donder op zeggen dat jouw t-shirt komt uit een naaiatelier waar de naaisters onderbetaald worden.

Want bij zoiets goedkoops kun je op de vingers van een hand natellen dat er beknibbeld is op de arbeidskosten. De meese kledingstukken die in de winkels hangen komen uit lage-lonen-landen. De arbeidskosten zijn vaak minder dan 5% van de prijs die jij ervoor betaalt. Aan jouw t-shirt van 10 euro verdient een naaister nog geen 50 cent.

Maak een grove schatting hoeveel de kleren kosten die je nu aan hebt. Tel de bedragen van alle leerlingen in je groep bij elkaar. En bereken nu de 5%.  Hoe groot -of klein- is het bedrag op het totaal?

Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw werd er ook nog veel kleding gemaakt in Nederland. Maar toen kwam er de klad in. Kleding kon veel goedkoper gemaakt worden in andere landen, landen met lagere lonen. De kleding werd in elkaar gezet in Zuid-Korea, Taiwan, Tunesië en Hongkong. Maar na enkele jaren gingen ook daar de lonen omhoog. Er kwamen daar vakbonden die betere lonen voor de arbeiders afdwongen.
Nieuwe verhuizingen volgden, naar Thailand, de Filippijnen, Bangladesh, India en Sri Lanka bijvoorbeeld. Nog steeds vind je hier de meeste naaiateliers. Maar Cambodja, Laos, Vietnam, Birma en vooral China zijn in opkomst. Daar zijn de lonen weer net een fractie lager... .
(Bron: Schone Kleren Campagne)

Er zijn op de wereld verschillende soorten ateliers. Van het atelier dat vooral dure galajurken in elkaar zet tot ateliers waar merkloze T-shirts worden gestikt. En de arbeidsomstandigheden verschillen. Een kort overzicht:

In Istanbul, de hoofdstad van Turkije, vind je honderden kleine naaiateliers. Het zijn bijna allemaal eenmanszaken van mannelijke kleermakers. Voor zes tientjes kun je een jurk of broek op maat laten maken. Gegarandeerd binnen twee dagen af. Ideaal voor toeristen! 
Ook in de grote steden in Nederland vind je kleine naaiateliers, vaak in handen van een allochtone kleine zelfstandige. Handig als je even een ritsje in wilt laten zetten of een broekspijp in laten korten.

De vrouwen van het naaiatelier Suma in  Bangladesh hebben het prima voor elkaar. Suma is een samenwerkingsproject van twee kleine naaiateliers. Het project biedt werk aan vrouwen van arme families. De vrouwen geven elkaar les en verzinnen samen nieuwe producten die het goed doen op de lokale en internationale markt. Je kunt hun spullen kopen via internet. Zo verdienen ze geld om hun gezin te onderhouden. (Bron: www.sumu.nl)

In Oeganda heb je als naaister vaak niet eens een eigen ruimte nodig. Het is er bijna altijd goed weer. Je zet je naaimachine op straat of op de stoep en je kunt beginnen. Zo verdienen duizenden vrouwen hun brood met opdrachten die ze krijgen van mensen in de buurt. Bijvoorbeeld voor het naaien van (de verplichte) schooluniformen voor de leerlingen van basis- en voortgezet onderwijs.

De titel van deze bron is 'Voor een prikkie...' Dat slaat natuurlijk op de lage lonen die de naaisters krijgen, maar het verwijst ook naar de gevaren van een scherpe naald!
De naalden van de machines waar de naaisters in de ateliers mee werken, zijn vlijmscherp. Vaak worden de naaisters per stuk betaald. Ze hebben haast en dan kan het gebeuren dat er vingers worden meegenaaid . . . . . . .

Als het goed is, zorgen de bazen dat de naaisters worden beschermd tegen het ronddwarrelde stof. Zo draagt Heng die in een naaiatelier in Cambodja werkt, een stofkapje. En de naalden van de machines worden afgeschermd met een metalen kapje.