ja_mageia

Bron: Caecilia Peski
Vrouwenvertegenwoordiger in 2010 - interview deel 1

“Mijn zus en ik speelden thuis vroeger het spel ‘Levensweg’. Volgens mij bestaat dat spel nog steeds. Het was een heel leuk spel waarmee je met een klein autootje over het spelbord reed. Er waren echte bergjes en gebouwen van plastic waar je tussendoor kon rijden. Op je levensweg kwam je dan allerlei voordelen, nadelen of verrassingen tegen. Zo kon je in de gevangenis terecht komen (niet zo best natuurlijk) of je kreeg een lekke band waardoor je een beurt over moest slaan. Maar je kon ook een grote prijs in de lotto winnen of een goede baan als arts of notaris krijgen en dus een hoog salaris. Dan werd je levenspad direct een stuk leuker! Als ik aan dat spel van vroeger terug denk en ik kijk naar de echte levensweg van mensen, dan vind ik dat het zo moet zijn dat wel allemaal gelijke kansen krijgen. Of de een nu de lotto wint en de ander niet, daar hebben we weinig invloed op, dat is echt toeval. Maar het zou niet zo mogen zijn dat je, doordat je bijvoorbeeld als vrouw geboren wordt, gelijk al minder kansen heb dan anderen. Ik denk dat alle mensen even veel waard zijn, gewoon omdat ze als mens geboren zijn.”



Aan het woord is Caecilia van Peski, VN-Vrouwenvertegenwoordiger 2010 voor Nederland. We hebben haar gevraagd wat ze voor de VN doet en of ze vindt dat vrouwenrechten universeel (= voor iedereen gelijk) zijn of dat er culturele en religieuze verschillen zijn t.a.v. de positie van vrouwen.

“De wetten van een land kunnen er voor zorgen dat een iemand meer, dezelfde of minder gelijke kansen heeft dan een ander. Een wet kan bijvoorbeeld zeggen dat je als vrouw geen recht hebt om land te bezitten en als man wel. Stel je nu eens voor dat je in een land woont waar dat zo is en je bent vrouw. Al heel veel jaren werk je samen met je man op je eigen akker. Die akker is officieel het bezit van je man, want als vrouw heb je geen recht op land. Maar je hebt een lieve man en jij bent een lieve vrouw en samen werk je hard en met plezier op je land. Elke paar maanden oogst je daar de allermooiste en meest sappige watermeloenen van. Prachtige ronde watermeloenen die iedereen heel lekker vindt en waar iedereen dus graag veel geld voor wil betalen. Zo hebben jij en je man genoeg geld om voor jullie kinderen eten en speelgoed te kopen. En gelukkig blijft er dan ook nog genoeg geld over om de school van de kinderen van te betalen.

Maar op een dag slaat het noodlot toe. Niet een gelukkig lot uit de loterij, nee. Je man wordt op het land gebeten door een slang en hij gaat dood. Ondanks dat je veel verdriet hebt en hem erg mist, werk je hard door op je akker, want je moet voor je kinderen blijven zorgen, juist nu je er helemaal alleen voor staat en zij ook hun papa missen. Na een week komt er iemand van de rechtbank aan je deur. Die zegt dat het land van je man nu van de neef van je man geworden is. Jij mag er wel op blijven werken, maar het geld van de watermeloenen die je verkoopt is nu voortaan voor die neef van je man. Jij mag alleen voor jezelf en voor je kinderen elke dag een watermeloen mee naar huis nemen. Dat is natuurlijk veel te weinig om in leven te blijven en je kinderen kunnen nu ook niet meer naar school! Was het nou jij geweest, als vrouw en moeder, die door de slang was gebeten en dood was gegaan, dan was dat net zo erg geweest voor je kinderen omdat ze dan hun moeder hadden moeten missen. Maar het land van hun vader was dan nog gewoon van vader gebleven en in ieder geval had het gezin zo nog inkomen gehad. Als vader dan later als oude man gestorven was, dan hadden zijn zonen de akker kunnen erven. Ook dat kan nu niet, nu het land voortaan van de neef van vader is.

Kijk, dat is nu een voorbeeld van ongelijkwaardig waarvan ik vind dat het niet mag. Vrouwen en mannen zijn verschillend in hoe zij eruit zien, in hoe zij doen, in hoe zij praten en in hoe zij denken. Maar ze moeten wel gelijke kansen kunnen krijgen in het leven, dat vind ik voor iedereen op deze wereld geleden. Dat is voor mij dus universeel!”