Khadija Arib
Khadija Arib (Hedami, Marokko, 10 oktober 1960) is een Nederlandse politica van Marokkaanse afkomst. Sinds 1 maart 2007 is ze namens de Partij van de Arbeid weer lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Eerder maakte ze al van 1998 tot 2006 deel uit van het parlement.
Arib groeide op in Marokko, in de buurt van Casablanca. Op haar vijftiende kwam ze naar Nederland. Ze volgde een opleiding aan de Sociale Academie en studeerde later sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hierna was ze achtereenvolgens medewerkster van Welzijnsstichting in Breda en Utrecht, medewerker Instituut voor Sociale en Economische Studies aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en waarnemend hoofd en senior-beleidsmedewerker bij de Maatschappelijke Opvang en Gezondheidszorg in Amsterdam. Ze was mede-oprichter van de Marokkaanse Vrouwenvereniging in Nederland.
In 1989 heeft Arib een paar weken in een gevangenis in Marokko doorgebracht. Haar echtgenoot, Nordine Dahhan, was destijds in Nederland woordvoerder voor het Komitee Marokkaanse Arbeiders in Nederland (KMAN) en werd door de Marokkaanse regering als een tegenstander gezien. Ze werd met haar kinderen enkele dagen vastgehouden in een Marokkaanse politiecel, omdat ze zich publiekelijk inzette voor de positie van Marokkaanse vrouwen. Pas na tussenkomst van de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken kon ze terugkeren naar Nederland.
Bij de Tweede Kamerverkiezingen 1998 werd ze gekozen in het parlement. Ze hield zich in de Kamer vooral bezig met volksgezondheid en zedenwetgeving. In 2001 was ze mede-indiener van een initiatiefvoorstel om een Kinderombudsman in te stellen. Begin 2006 presenteerde ze een voorstel om onnodige babysterfte in Nederland, met name onder allochtone vrouwen, te voorkomen. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in november 2006 kwam ze op een 34e plaats op de kandidatenlijst van de PvdA te staan, net niet voldoende om direct herkozen te worden. Ruim drie maanden later in maart 2007 kreeg ze alsnog een plaats in het parlement nadat zes Kamerleden van de PvdA naar het nieuw gevormde kabinet Balkenende IV waren doorgestroomd.
Nadat ze in november 2006 niet direct was herkozen in de Kamer werd Arib lid van een werkgroep die het Conseil Consultatif des Droits de l’Hommes, een raad voor de mensenrechten in Marokko, moet adviseren over een nieuw Marokkaans migratiebeleid. Bij haar rentree in de Kamer in maart 2007 ontstonden er vragen over deze nevenfunctie, omdat deze mogelijk te nauwe banden met de Marokkaanse koning of regering zou inhouden. Aribs fractiegenoot Jeroen Dijsselbloem, die de kwestie onderzocht, concludeerde echter dat de werkzaamheden prima verdedigbaar zijn; tijdelijk, onbetaald en onafhankelijk.
In 2009 heeft zij een biografie uitgebracht onder de naam 'Couscous op zondag: Van Casablanca naar Den Haag', over haar leven tot dusver.