Kiezen voor de islam
In gebieden die nu deel uitmaken van Pakistan of India bekeerden veel hindoes zich tot de islam. Dat had veel te maken met het kastensysteem binnen de hindoemaatschappij. Kaste is een ander woord voor groep. Je hoort bij een kaste door geboorte en je kunt tijdens je leven dus ook niet overstappen naar een andere kaste. Kasten verschillen van elkaar in aanzien en rijkdom. Er zijn ook mensen die bij geen enkele kaste horen. Dat zijn de paria’s of dalits. Die hebben helemaal geen aanzien en zijn voorbestemd om in bittere armoede te leven. Het kastensysteem is sinds 1947 verboden in India, maar bestaat in de praktijk nog steeds.
Dat kastensysteem is geworteld in het hindoeïsme. Hindoes geloven dat je in je volgend leven beloond of gestraft wordt voor wat je in je huidige leven doet. Doe je veel goede dingen, dan word je geboren in een hogere kaste met meer aanzien en rijkdom. Leef je niet goed, dan word je geboren in een lagere kaste, met minder aanzien en rijkdom, of als dalit.
Moslims daarentegen geloven dat iedereen voor Allah gelijk is, ongeacht de afkomst. Als een hindoe zich tot de islam bekeerde, mocht hij erop rekenen dat hij door andere moslims altijd als gelijkwaardig behandeld zou worden.