Ottomanen in Europa
Opmars in de Balkan
In 1345 staken Ottomaanse troepen vanuit Klein-Azië de Dardanellen over. In 1353 begonnen de Ottomanen onder sultan Murat I stukken van Europa in te lijven. In 1389 vond in Kosovo, een deel van het koninkrijk Servië, de Slag op het Merelveld plaats. Tijdens die veldslag versloegen Ottomaanse troepen het leger van Servië. Nog steeds vinden Serviërs deze veldslag een grote vernedering. Na Servië veroverden ze Bulgarije, Albanië en andere Balkanlanden. In 1453 veroverden de Ottomanen Constantinopel, herdoopten het tot Istanboel en riepen het uit tot de hoofdstad van hun rijk.
De Ottomanen kregen niet de hele Balkan onder controle. Het bergachtige en moeilijk toegankelijke Montenegro bleef min of meer zelfstandig.
Verbreiding van de islam in de Balkan
De Ottomanen introduceerden de islam in de veroverde gebieden en gaandeweg kreeg de godsdienst steeds meer aanhangers.
Om te beginnen vestigden islamitische Turken zich in de Ottomaanse gebieden. Hun afstammelingen, ook islamitisch, wonen nu vooral in Bulgarije.
Ook beloonden de Ottomaanse bestuurders Balkanbewoners als ze zich bekeerden tot de islam en afstand deden van hun christelijke geloof. In Albanië en Bosnië bijvoorbeeld mochten edelen hun landgoederen houden als ze zich bekeerden. Andere edelen moesten hun land afstaan aan de Ottomaanse sultan. Burgers hoefden minder belasting te betalen of kregen een stuk grond als ze zich bekeerden. Vooral Albanezen bekeerden zich in groten getale. Maar ook leden van andere Balkanvolken deden dat. Zo ontstond er een nieuw volk, de Bosniaken of Bosniërs.
Ten slotte hieven Ottomaanse bestuurders een bijzondere belasting. Die bestond hieruit dat families een zoon naar een kostschool van de overheid moesten sturen. Die wordt daar opgeleid tot ambtenaar of soldaat en tevens bekeerd tot de islam.
Tanende macht
In de 17e eeuw bereikte het Ottomaanse rijk in de Balkan en andere delen van Europa het toppunt van zijn macht. In 1683 belegerden Ottomaanse troepen zelfs Wenen, de hoofdstad van Oostenrijk. Maar het lukte ze niet om die stad te veroveren. Daarna taant de macht van het rijk. Rusland en Oostenrijk, en later de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije, veroverden steeds meer gebieden op het Ottomaanse rijk, ook in de Balkan. In 1699 veroverde Oostenrijk Kroatië, Slavonië en Transsylvanië. In 1718 veroverde Oostenrijk nog meer land in de Balkan. En in 1878 veroverde Oostenrijk-Hongarije Bosnië en Herzegovina.
Ook kwamen Balkanbewoners herhaaldelijk in opstand tegen hun Ottomaanse bestuurders. Dit deden de Serviërs in Kosovo bijvoorbeeld. De bestuurders traden er hard tegen op. Daarom vluchtten Serviërs uit Kosovo naar Krajina. Dat gebeurde vooral na een grote opstand in 1690. Albanezen namen hun plaatsen in. Uiteindelijk woonden er veel meer Albanezen dan Serviërs in Kosovo.
In de 19e eeuw stichtten Balkanvolken hun eigen staten. Zo ontstonden Servië, Bulgarije, Montenegro, Roemenië en Albanië. Soms kregen ze daarbij hulp van andere Europese landen. Rusland bijvoorbeeld hielp met de stichting van Servië en Bulgarije.
In 1912 en ’13 voerden de nieuwe landen samen oorlog tegen het Ottomaanse rijk. Ze wisten de Ottomaanse bestuurders uit de Balkan te verdrijven.
De islam in de Balkan nu
Dat delen van de Balkan onder Ottomaans bestuur zijn geweest, verklaart waarom er nu moslims in de Balkan wonen. De meeste inwoners van de Balkan zijn rooms-katholiek of oosters-orthodox. Maar vooral in Albanië, Bosnië-Herzegovina en Bulgarije wonen ook veel moslims. In Albanië zijn zelfs de meeste mensen islamitisch.